Sint-Truiden start deze week opnieuw met het maaien van bermen. Opvallend: dat gebeurt opnieuw al vanaf 15 mei, terwijl het Vlaamse bermbesluit normaal pas maaien vanaf 15 juni toelaat. Het lokaal bestuur Sint-Truiden kreeg hiervoor een afwijking van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB). Een rapport van het agentschap wees immers uit dat dit de biodiversiteit ten goede zou komen. De afwijking geldt tot en met 2025.
“Correct maaien op het juiste moment is cruciaal voor bloemrijke bermen. De ideale maaiperiode is wanneer het gras op zijn hoogst en in bloei staat. In die fase zitten de meeste voedingsstoffen in het loof, en niet in de bodem. Door dan te maaien en het maaisel af te voeren, verarmt de bodem. Op een voedselrijke bomen zegevieren snelle groeiers zoals hoge grassen, brandnetels en distels. Door de verarming krijgen ook andere, vaak bloemrijkere soorten een kans,” zegt schepen van Facilitait Beheer Filip Moers. “Door tijdig bermen te maaien, werk je dus aan bloemrijke bermen met meer kleur én leven.”
Van vergraste berm naar kleurrijke bloemenrijkdom
Fout maaien, bijvoorbeeld klepelen zonder afvoer van het maaisel, leidt tot een vervilte grasmat met ophoping van voedingsstoffen. Dat remt kieming af en zorgt op termijn voor minder soortenrijkdom. Door het gras te maaien als het net in bloei komt en het maaisel af te voeren, wordt de bodem armer. Dat klinkt misschien negatief, maar het is precies wat bloemrijke soorten nodig hebben.
“In een bodem met minder voeding ontstaat competitie,” legt schepen van Leefmilieu Gert Stas uit. “Niet de snelste groeier wint dan, maar soorten als beemdkroon, knoopkruid of wilde marjolein krijgen weer kansen. We willen in Sint-Truiden geen monotone graskanten, maar kleurrijke, levendige bermen vol biodiversiteit. Die vormen de basis voor vlinders, bijen… en andere fauna.”
In overleg met lokale natuurorganisaties zoals Aulenteer Natuurpunt, wordt in het bermbeheerplan ook rekening gehouden met de specifieke noden van kwetsbare fauna en flora. Zo wordt bijvoorbeeld gevraagd om de hoge bermen van de Egovenstraat tussen 15 en 25 mei te maaien, om het voortbestaan van de zeldzame wilde knautiabij te garanderen. Deze soort is sterk afhankelijk van bloei van knautia, een plant die door te laat maaien dreigt te verdwijnen. De knautiabij vliegt enkel op beemdkrron en is daardoor zeldzaam geworden in onze contreien. Insectenspecialisten uit heel Vlaanderen komen naar Sint-Truiden om dit uniek biotoop te bestuderen.
Maar is het niet beter om gewoon niet te maaien?
“Dat lijkt logisch: geen maaier betekent rust voor beestjes. Maar het verhaal is genuanceerder. Niet maaien levert op korte termijn misschien meer insecten op maar op langere termijn daalt de biodiversiteit. Hoge grassoorten zoals glanshaver nemen het over, samen met netels en distels. Andere planten verdwijnen en de berm wordt een monocultuur met een dichte, taaie vegetatie. Alleen soorten die weinig gespecialiseerd zijn kunnen standhouden in de berm. Soorten die in hun voortbestaan meer afhankelijk zijn van specifieke soorten zullen langzaam wegkwijnen omdat hun waardplanten verdwijnen. Veel van onze meer dan 400 soorten inheemse bijen hebben een voorkeur voor bepaalde planten. Ook bij sommige vlinders is dat het geval, zo bezoekt een oranjetipje vooral kruisbloemigen.
Daarom streven we naar een doordacht maaibeheer, waarin we met de natuur meebewegen”, vult schepen Moers aan.
Van maaibeheer naar een nieuw bermbeheerplan
Voor 2026 werken we aan een nieuw, toekomstgericht bermbeheerplan, in samenwerking met Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren (RLHV) en in het kader van het Landschapspark Hart van Haspengouw. Daarbij is het belangrijk om de ecologische waarde van onze bermen in kaart brengen,” zegt Gert Stas, schepen van Leefmilieu en Natuur. “Zo weten we waar we best gericht maaien en waar klepelen eventueel volstaat. Bijvoorbeeld aan landbouwpercelen met een erg voedselrijke bodem zal maaien met afvoer weinig afdoen en kan er net zo goed geklepeld worden. We onderzoeken of we dat inventarisatieproces deels met vrijwilligers kunnen organiseren. Dat zou een mooie kans zijn om burgers actief te betrekken bij het natuurbeleid in onze stad. Daarbij is ook de kennis en inzet van partners zoals Natuurpunt onmisbaar.”
Het Provinciaal natuurcentrum ontwikkelde een vijftal jaar geleden een tool die daarbij kan ingezet worden, er is waarschijnlijk een halve dag opleiding van die vrijwilligers nodig om ze daarmee vertrouwd te maken zodat ze de waarde van een berm op de juiste manier kunnen inschatten.
Bloemrijke visie met wortels in het verleden
De basis voor het huidige maaibeheer werd al gelegd in de jaren ‘90. Onder leiding van toenmalig schepen van leefmilieu Jef Thewis, met burgemeester Ludwig Vandenhove, kreeg Sint-Truiden als een van de eerste steden een bermbeheerplan.
“Meer biodiversiteit was toen al een thema waar we bewust op inzetten,” zegt burgemeester Ludwig Vandenhove. “In een landbouwstad als Sint-Truiden zijn veel bodems van nature voedselrijk en dat wordt nog versterkt door bemesting en stikstofdepositie uit de lucht. Dat maakt het net extra belangrijk dat we via maaibeheer die bodem verarmen, zodat ook kwetsbare fauna en flora zich herstellen of nestelen. Een goed bermbeheerplan is daarvoor onmisbaar. Het legt vast waar en hoe we op een ecologisch waardevolle manier kunnen maaien, jaar na jaar. Omdat de natuur evolueert vinden we het belangrijk om voor volgend jaar een nieuw plan op te laten maken zodat het beheer aansluit bij de ecologische noden.”
Bieke Geukens, voorzitter van de Haspengouwse Plantenwerkgroep (HPW), vult aan: “We merken dat er in Sint-Truiden op verschillende plaatsen nog mooie bermen aanwezig zijn. Om die te behouden is een goed maaibeheer belangrijk. Bij ruige en voedselrijke bermen waarin de grassen en andere stikstofminnende soorten nog sterk overheersen is het raadzaam om al iets vroeger te maaien zodat de berm kans krijgt om verder te ontwikkelen. We vinden het zeker een goed dat de stad de evolutie laat opvolgen zodat er toekomstgericht en met het oog op het versterken van de biodiversiteit bijgestuurd kan worden. Het is positief dat de stad rekening wil houden met de adviezen die ze hierover kreeg. Dit lokaal maatwerk overstijgt de Vlaamse regelgeving inzake bermbeheer”.
Wat zien we al vandaag?
In bermen waar al enkele jaren correct gemaaid wordt duiken intussen steeds vaker bloemrijke soorten op: beemdkroon (knautia), geel walstro, kruisblad walstro, aardaker, wilde marjolein, knoopkruid, agrimonie … Stuk voor stuk signalen dat het beheer werkt en dat Sint-Truiden op koers ligt om van haar bermen weer linten vol leven te maken.