Sneeuwklokjes bloeien in februari en maart, soms in april of mei . De planten zijn tweeslachtig (een bloem heeft zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). Elke bloeistengel draagt vroeg in het voorjaar één knikkende bloem. De bloem van het gewoon sneeuwklokje heeft zes bloemdekbladeren. De buitenste drie bloembladen zijn wit met geel, langwerpig en 1,4-1,8 cm lang. De binnenste drie zijn half zo lang, omgekeerd hartvormig-eirond, uitgerand en met een groene vlek aan de top. Aan de binnenkant ziet men groene hoogtestrepen. De stijl is priemvormig met een niet gedeelde stempel.
De bloem lijkt wit doch is feitelijk kleurloos. Een fijngeknepen bloemblad blijkt glashelder te zijn, doordat de luchtbelletjes tussen de bladcellen dan weggeperst zijn. Het is deze lucht die het invallende licht in alle richtingen weerkaatst, waardoor het als wit wordt waargenomen.
De bloei vroeg in het jaar lijkt ongunstig voor insectenbezoek en dus voor kruisbestuiving, maar blijkt niet onmogelijk. Honingbijen en hommels halen bij gunstig weer al vanaf februari uit sneeuwklokjes een licht oranjekleurig stuifmeel en zelfs een kleine hoeveelheid nectar.
Bron: wikipedia