Controleer of de fiets in orde is met de technische eisen (fietsbel, remmen, fietsverlichting, reflectoren). Zorg ook dat de banden goed opgepompt zijn.Controleer gedurende het schooljaar regelmatig of remmen, banden en lichten nog werken.
Op de fiets kan een helm het verschil maken bij een ongeval. Het dragen van een fietshelm is niet verplicht, maar wel aanbevolen.
Zorg dat je kind zijn schooltas op een veilige manier draagt (op de rug of met snelbinders op de bagagedrager). Schooltassen aan het stuur brengen het evenwicht van de fietser in gevaar In het begin rij je best naast je kind, aan haar/zijn linkerkant (indien mogelijk). Heeft je kind al wat meer ervaring, dan fiets je er achter. Maak duidelijke afspraken voor het vertrek (“Als ik STOP roep, stop je onmiddellijk en blijf je aan de kant staan”, “Aan dat kruispunt stoppen we”, …). Kies de veiligste route en verken die vooraf samen met je kind. Ga ook na hoe de route is bij slecht weer. Leer je kind om oogcontact te maken met andere bestuurders. Klaar om met de fiets naar school te gaan? Observeer de rijvaardigheid van je kind: achterom kijken, arm uitsteken, afstand en snelheid voldoende inschatten, communiceren met andere weggebruikers, bewust zijn van de gevaren (vb. dode hoek, uitrit garage, …). Geef steeds het goede voorbeeld. Respecteer de verkeersregels. Voorzie mogelijk gevaar. Gedraag je sociaal tegenover de andere verkeersdeelnemers.