‘De bloesems in Haspengouw
Bomen met dorre takken,
Gepijnigd door de vrieskou,
Staan als houten skeletten
In een dor landschap.
Wolken drijven voorbij.
Tussendoor een zonnestraal.
Geeft warmte,
Roept op tot leven.
Wakker worden.
Boomaders voelen het sap stromen.
Kleurige bloempjes van alle soorten
Willen gekoesterd worden door de zon,
Verschijnen op de twijgjes,
Meer en meer.
Bijtjes zoemen erom heen.
Mensen kijken vol bewondering
Naar die prachtige natuur.
Ook zij zouden willen,
Elk jaar opnieuw,
Een vriendelijke bos bloemen zijn.’
Meester Paul J., Zepperen