Voor je vertrekt
- Controleer of al je lichten nog goed werken.
- Check of je ruitenwissers het nog goed doen.
- Zorg voor ruitenwisservloeistof met antivries.
- Ontdooi de ruiten sneller door airco en ventilatie tegelijk op te zetten.
- Zet de achterruitverwarming aan (tegelijk ook spiegelverwarming in veel auto’s).
- Maak alle autoruiten en de buitenspiegels sneeuw- en ijsvrij (een kijkgaatje door de voorruit is niet voldoende en onveilig).
- Verwijder sneeuw van je lichten, motorkap, het dak en het kofferdeksel.
Tijdens de rit
Afstand houden
- Hou genoeg afstand van je voorligger, dan heb je een beter overzicht en kan je veilig afremmen op de motor.
- Laat extra afstand tussen de auto voor en achter je als je invoegt of van rijstrook wisselt.
- Pas de 4-secondenregel toe voor een veilige volgafstand in plaats van de 2-secondenregel in normale omstandigheden. Zing 2 x ‘Last night a DJ saved my life’ om de veilige volgafstand tot je voorganger te bepalen.
- Door de extra ruimte kan je nog veilig stoppen of vertragen in onverwachte situaties.
Snelheid aanpassen
- Pas je snelheid aan en hou genoeg afstand van je voorligger, zodat je kan afremmen op de motor.
- Dat doe je door simpelweg het gaspedaal te lossen.
- Met een handgeschakelde wagen, schakel je ook terug naar een lagere versnelling.
- Vermijd abrupt remmen, versnellen, sturen of schakelen.
- Vertraag voor je een bocht neemt.
Wees alert
- Let extra op voetgangers en (brom)fietsers en vertraag in hun buurt.
- Hou voldoende volgafstand en zijdelingse afstand tot voetgangers en (brom)fietsers.
- Kijk ver vooruit, zo kun je beter anticiperen op mogelijk gevaarlijke situaties zoals een plotselinge file of een obstakel op de weg.
- Rij extra voorzichtig op bruggen en viaducten (verhoogd risico op ijsplekken).
Als het fout loopt
Ga je aan het slippen?
- Remmen heeft in deze situatie geen zin.
- Druk het ontkoppelingspedaal in tot de wielen weer grip krijgen (bij een auto met handmatige versnellingen).
- Los zacht en stelselmatig het gaspedaal (bij een automaat of elektrische wagen).
- Stuur bij.
- Kijk naar de richting die je uit wil, niet naar eventuele obstakels die je wil vermijden.
Moet je toch een noodstop maken?
- Bij een noodstop treedt het ABS-systeem in werking: dat voelt schokkerig aan en kan een ratelend geluid maken.
- Hou het rempedaal krachtig ingedrukt.
Winterbanden
- Winterbanden verhogen de grip bij sneeuw en gladheid en bij koude temperaturen in het algemeen.
- Toch blijft je remweg nog altijd langer dan in normale omstandigheden.
- Wees altijd extra voorzichtig bij slecht weer, ook als je winterbanden hebt. Er zijn veel meer factoren die de veiligheid van de situatie beïnvloeden dan je banden.