Truineer Nieuws melden?

Roeier Ward Lemmelijn wil naar de Olympische spelen

Met zes wereldtitels in het indoorroeien heeft Ward Lemmelijn (27), die een tijdje geleden van Vlaams-Brabant naar Sint-Truiden is verhuisd, naam en faam gemaakt. Ook televisieoptredens zijn schering en inslag voor de guitige kerel, die nu in Sint-Truiden op de Grote Markt steevast wordt aangeklampt door zijn vele fans. Zijn droom, een ticket verzilveren voor de Olympische Spelen in Parijs in het skiffnummer, heeft echter een ferme knauw gekregen door een tegenvallend resultaat op het Belgisch kampioenschap. Maar alle hoop op Parijs is nog niet vervlogen.

 

Ward, bijna was je op Stayen te bewonderen want ook voetbal zat in je genen!

“Als peuter deed ik al niets liever dan voetballen. Ik kon het ook aardig, want ik heb onder andere bij KVK Tienen, Visé, waar ik ploegmaat was van Hugo Cuypers (AA Gent) en Roda JC gespeeld. Ik ben trouwens een fervent supporter van STVV en volg de club zoveel ik kan vanop de sfeertribune. Toen ik mijn hogere studies aanvatte bij PXL in Hasselt vroeg men mij om het roeiteam te versterken. Ik brak er meteen het schoolrecord met tien seconden en werd dat jaar ook Belgisch kampioen indoorroeien bij de U-23 met een snellere tijd dan de elites. Zo besefte ik dat ik meer in mijn mars had en besloot ik van het roeien mijn sport te maken.”

 

Was een carrière uitbouwen als roeier voor jou evident? “Neen totaal niet. Dit jaar ben ik afgestudeerd aan de hogeschool PXL in Hasselt als leerkracht lichamelijke opvoeding. Hoewel ik supergoede punten had, deed ik er wel twee jaar meer over (lachje). De oorzaak lag vooral in het feit dat ik vaak weg was met het nationale roeiteam en zo weinig tijd had voor mijn stages in het onderwijs. Ik ben wel héél tevreden dat ik mijn studies heb kunnen afmaken. Intussen ben ik deeltijds aan de slag als leraar lichamelijke opvoeding en wiskunde in de Sint-Martinusschool in Herk-de-Stad.”

 

“Ik verbruik enorm veel calorieën, zo’n 8.000 per dag waaronder

3.000 calorieën in rust

 

Aan welke kwaliteiten hoort een roeier te voldoen?

“Een combinatie van spierkracht en uithouding is sowieso een vereiste. Zonder een hoge VO2 max, dit is het vermogen van zuurstofopname van het cardiovasculaire systeem, zal je het ook niet lukken. Door specifieke trainingen kan je je VO2 max nog met 10 tot 25 % verbeteren. Zo werk ik mee aan een doctoraatsthesis van de universiteit van Gent om dat nog te optimaliseren. In het roeien is uiteraard de lengte van je lichaam ook belangrijk, want dan heb je een grotere reikwijdte met je armen. Mentaal moet je ook sterk zijn, want door de pijngrens heengaan is een must.”

 

Van een topsporter mag je ook verwachten dat hij een gezond voedingspatroon nastreeft?

“Ik verbruik enorm veel calorieën, zo’n 6.000 tot 8.000 per dag, waaronder liefst 3.000 calorieën in rust. Omdat ik zoveel energie verbruik, heb ik ook veel brandstof nodig: koolhydraten in combinatie met mager vlees en groenten. Een gelukje dat mijn oma hier om de hoek woont. Zij zorgt elke dag voor een stevige portie zelЫereid eten. Eén van mijn favorieten is de vol-au-vent, daar verorber ik liefst drie grote potten van. Ik vind wel dat elk type vlees past in een gezond en evenwichtig eetpatroon, zolang je alles mooi in evenwicht kan houden.”

In 2020 won je de studentenversie van de Containercup, een jaar later werd je tweede bij de topsporters. Is het niet storend dat je door jouw televisieoptredens nu een Bekende Vlaming bent? “Vooral in Vlaams-Brabant en Limburg herkennen de mensen mij vlugger en vragen ze regelmatig een foto, maar dat is echt niet storend. Na het succes in de Containercup zat ik in ‘Vive le Velo’ en kwam ik ook in de uitzendingen van Danira ‘Over Eten’ en met Bockie de Repper in de podcast ‘Dat eet dan gelukkig zijn’. De meeste bekendheid verwierf ik door mijn deelname aan de ‘Verraders’ op VTM. Je moest ze daar zien kijken, want ik kwam er toe met mijn roeimachine en mijn gewichten om de dode tijd op te vullen met trainingen. Ik vond het een super tof programma. Na de uitzendingen kreeg ik veel respons vanuit diverse mediakanalen. Vlaanderen vond mijn schaterlach blijkbaar tof. Zo verwierf ik ook een aantal trouwe sponsors, die mij financieel ondersteunen, wat uiteraard zeer welkom is.”

“Na de tv-uitzendingen kreeg ik veel respons, Vlaanderen vond mijn schaterlach blijkbaar tof

Geloof je nog in een kwalificatie voor de Olympische Spelen in Parijs, want je kon op de Belgische kampioenschappen in de skiff geen selectie afdwingen voor het Europees kampioenschap? “Eind april liep het fout op het BK in Hazewinkel. Door felle windvlagen kon ik mijn power niet kwijt op de boot en eindigde ik pas zesde in de finale. Zo verwierf ik geen selectie voor het EK en kon ik mij via deze weg niet plaatsen voor de Olympische Spelen. Als er wind is maak ik immers veel meer fouten en kan ik de goede lijn niet doortrekken. We hebben nu, in overleg met de coaches, de zaken anders aangepakt. Ik voel dat ik intussen behendiger ben geworden op het open water. We hebben de boot ook beter afgesteld dankzij enkele experts in de biomechanica. Ik train nu meer dan 25 uren per week. Elke ochtend doe ik een roeitraining, in de namiddag een krachttraining, fietsen of lopen. Ik heb in Sint-Truiden onlangs nog de Monumentenrun (11 km) gewonnen. Wat de Olympische Spelen betreft, in maart volgend jaar zijn er de trials in België. Als ik die win, kan ik via kwalificatiewedstrijden in Luzern of Varese alsnog mijn ticket voor Parijs in de wacht slepen. Als dat niet lukt, zijn er in 2028 nog de Olympische Spelen in Los Angeles, dan zal ik echt op mijn sterkst zijn.”