Als algemeen secretaris van het VBT heb je de handen vol met heel wat diverse taken. Van lobbywerk over de verwerking van data tot de opvolging van evolutie wat betreft de gezondheid van planten. “Belangrijk om te weten is dat het VBT de koepel is van de Belgische groente- en fruitveilingen. De essentie is dat veilingen coöperatieve vennootschappen zijn en dat de groente- en fruittelers samenwerken. De graad van organisatie is nergens zo hoog als in België. Meer dan 90% van de groentetelers is lid van een coöperatie en 60% van de fruittelers.
“In Zepperen waren er vroeger 60 fruittelers, nu zijn er nog maar 5”
Een sterke fusieoperatie heeft sinds 2007 geleid tot minder coöperaties. BelOrta, REO Veiling, Veiling Hoogstraten, LTV zijn enkele bekende coöperaties. Het VBT biedt ook ondersteuning aan het Voedselagentschap om markten te openen buiten de Europese Unie. Zo zijn we begin juli nog in Japan geweest om onze peren aan de man te brengen. Niet simpel, want de Japanse wil om te importeren moet er zijn en we moeten rekening houden met de fytosanitaire regels. Elk perceel moet geregistreerd worden en er mogen uiteraard geen ziektes aanwezig zijn. Maar een dossier neemt al vlug zes of zeven jaar in beslag. Laat het me zo stellen, een dossier wordt voor 70% technisch beslist en voor 30% politiek. In de Verenigde Staten loopt het vrij moeizaam, want protectionisme staat bij hen hoog in het vaandel. Gelukkig zijn niet alle landen zo, in 2019 wisten we nog een markt voor peren te openen in Mexico.”
Intussen ben je ook voor de derde keer verkozen tot voorzitter van Copa Cogeca, wat is hier je doelstelling?
“In Copa Cogeca, een unie van 2 grote agrarische koepel- organisaties, zijn de 27 lidstaten van de Europese Unie vertegenwoordigd met tientallen landbouworganisaties en coöperaties. Voor ons land zijn de Boerenbond en de Waalse organisatie FWA lid. Ik ben er voorzitter van de afdelingen Groenten en Fruit. Eén van de taken in de komende maanden is toezien op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en trachten een regeling uit te werken waar ieder land mee akkoord kan gaan. Het product duurzaam maken is een heuse opdracht, maar we moeten er voorzichtig mee omspringen. We kijken vooral of de voorstellen realistisch, ecologisch verantwoord en betaalbaar zijn. Dé doelstelling van Europa hoort toch te zijn dat iedereen betaalbaar voedsel heeft, remember de lege brooddozendag. Daarnaast moeten de boeren ook een redelijk inkomen hebben. Voor het intensief telen en het maken van duurzame producten is een degelijk inkomen een must.”
Hoe streven jullie naar een eerlijke prijs voor de telers? “Uiteraard willen we de prijzen voor de telers zo hoog mogelijk houden. De producenten, die voor betaalbaar voedsel gaan, verdienen een zo fair mogelijke prijs. Er zijn al veel inspanningen geleverd op vlak van milieu, verpakkingen en duurzaamheid. Die worden echter niet altijd gevaloriseerd en dan blijft een meerprijs uit. Na de forse klimaatveranderingen telt Italië niet langer de grootste perenoogst, maar wel België met 24% marktaandeel. Bij de appelenoogst is Polen de dominante speler en hebben wij slechts een marktaandeel van 2%. De aЫouw van de traditionele appelrassen speelt in ons voordeel. De nieuwe appelsoorten komen eraan en zorgen voor een grote innovatie op dat vlak.”
“De doelstelling van Europa zou moeten zijn dat iedereen betaalbaar voedsel heeft.”
Hoe zie jij de evolutie van de groente- en fruitteelt anno 2040? “Ik zie verschillende ontwikkelingen. Alles wordt grootschaliger, dat is een vaststaand feit. Zo waren er bijvoorbeeld in Zepperen vroeger zo’n 60 fruittelers, maar nu zijn er nog slechts 5. Toch verwacht ik een grotere diversificatie. Bedrijven zullen zich specialiseren en niet langer grote oppervlakten bewerken. Ik verwacht dat ze snel zullen inspelen op lokale behoeften, met als opdracht om producten op lokale markten af te zetten. Kijk naar PIPO appelsappen, de familie Porreye is hier een goed voorbeeld van. In 1995 had je maar een drietal soorten tomaten, nu zijn dat er meer dan 20. Vroeger waren er slechts enkele grote brouwerijen, maar tegenwoordig zijn de brouwerijen met speciale bieren niet meer te tellen. Dat is de richting waarin de toekomst van de groente- en fruitteelt gaat. Wat betreft bioteelt, ik heb daar niets op tegen en denk dat het voor sommige bedrijven een behoorlijk goed alternatief kan bieden, maar ik wil toch een kritische kanttekening maken. Biotelers hebben veel meer ruimte nodig om hetzelfde volume aan producten te telen, en die ruimte hebben we hier niet in Vlaanderen.”
Vormt water de komende jaren dé uitdaging, samen met de steeds duurder wordende landbouwgrond?
“Dat klopt inderdaad. In België zal er wel altijd genoeg water zijn, maar het zal ongelijk beschikbaar zijn. In de zomer van 2018 heeft het bijna drie maanden niet geregend. Daar tegen moeten we ons wapenen door water in de winter te bufferen en preciezer om te gaan met het water. Dat is een grote investering maar noodzakelijk voor de toekomst. Niet alleen wordt vastgoed steeds duurder, ook landbouwgrond. Dat is een essentieel probleem waar wij, als VBT, echter geen controle over hebben. Om de landbouw, de fruitteelt en de groenteteelt leeЫaar te houden, is een generatievernieuwing nodig.
“Niet alleen wordt vastgoed steeds duurder, ook de landbouwgrond”
Enkele cijfers: slechts 4% van de boeren in Vlaanderen is jonger dan 35 jaar, en maar 15% van de boeren ouder dan 50 jaar zegt een opvolger te vinden. Het koesteren van jonge boeren en ze kansen bieden is een grote zorg. We kunnen dit doen door ze rechtszekerheid te geven met een vergunning voor 25 of 30 jaar, die niet kan worden herroepen. Ook moeten we ervoor zorgen dat jonge boeren een rendabel bedrijf kunnen opstarten. We gaan hen vanuit de veilingen de nodige informatie en teeltbegeleiding geven zonder dat ze risico lopen. Hier ligt ook de kracht van Sint-Truiden met het Proefcentrum (PC Fruit). Vergeet ook niet dat ons land 3 grote troeven heeft: een gematigd klimaat, een grote bereikbaarheid omdat steden als Parijs en Londen dichtbij liggen, en onze zeer vruchtbare grond.”