Truineer Nieuws melden?

Een actieplan, liever dan repressie

Ons magazine ‘den Truineer’ ligt weer in de bus. Daarin legt Truienaar en LRH kopschef Philip Pirard uit dat je problemen in stationsbuurten het best pro-actief aanpakt met een actieplan.

KORPSCHEF LRH PHILIP PIRARD OVER DE STATIONSBUURTEN

“Bij repressief optreden verplaatst het probleem zich. Maak een actieplan!”

Op vrijdag 13 oktober voerden de politie, Securail, de NMBS en De Lijn maar liefst 650 controles uit aan het station van Sint-Truiden. De politie stelde een reeks PV’s op wegens gebruik van alcohol en drugs en trof personen aan die illegaal in de buurt verbleven. Precies 35 individuen hadden geen gel- dig vervoersbewijs voor de trein, terwijl 56 anderen zwartrijders waren in de lijnbussen. De cijfers liegen er niet om: de stationsbuurt is een probleemgebied.

 

De burgemeester van Sint-Truiden, Ingrid Kempeneers, dankt haar bijnaam eraan: de blonde sheriff op naaldhakken. Midden augustus werd ze gealarmeerd toen enkele hangjongeren een dertienjarige mishandelden. Iets verderop, aan Sint-Anneke, werden lege bierblikjes en gebruikte spuiten gevonden. Eén week later wreef ook haar partijgenote en minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden zich in haar blonde haren toen ze in Brussel-Zuid getuige was van een grote schoonmaak. Tussen vluchtende ratten werden 26 daklozen en tientallen ‘sans-papiers’ weggevoerd. Kortom, stationsbuurten kampen met diverse problemen. Tijd voor Den Truineer om een deskundige te raadplegen: Philip Pirard.

Baas van LRH

Korpschef Limburg Regio Hoofdstad (LRH) staat er te lezen in de inkomhal van het glazen huis in Hasselt. Een geboren en getogen Truienaar die er de plak zwaait en een verwoed STVV- supporter, zo blijkt uit een pittig detail. In één van de lokalen van het gebouw zijn een paar kanaries geschilderd. Maar dat geheel terzijde. Ter verduidelijking: Limburg Regio Hoofdstad telt zes gemeenten: Hasselt, Zonhoven, Diepenbeek, Herk- de-Stad, Lummen en Halen. In totaal zo’n 160.000 inwoners. Bij LRH zijn 440 personeelsleden aan de slag, waarvan 330 operationeel en een honderdtal administratief. “Wij hebben een sterk uitgebouwde lokale verankering”, lacht de korpschef minzaam. “Zo komt er bijvoorbeeld in Halen, Diepenbeek en Zonhoven een nieuwbouw. En onze wijkinspecteurs houden zich voor negentig procent bezig met de lokale problematiek. De problemen signaleren ze vervolgens aan onze teams van LRH in Hasselt die er een oplossing voor uitdokteren.”

 

Onveiligheidsgevoel

Eén van de problemen waarmee u ongetwijfeld te maken heeft is de stationsbuurt, niet? “Er kunnen op alle openbare plaatsen problemen opduiken, maar zeker ook aan de stationsbuurt. Hasselt is bijvoorbeeld een knooppunt van de spoorwegen. Het is logisch dat je daar allerlei soorten mensen tegenkomt, vermits het een komen en gaan is van treinreizigers. Maar het is ook de ideale plaats om met iemand af te spreken. En volk trekt natuurlijk volk aan. Het gevolg is uiteraard dat er een subjectief onveiligheidsgevoel ontstaat. Je kan niet op basis van objectieve gegevens stellen dat het er onveilig is. Maar het lawaai, de verloedering, de aanwezigheid van druggebruikers en van dronken mensen zorgen er wel voor dat mensen zich zo voelen. In Hasselt hebben we nu al tien jaar geleden een bevraging gedaan bij zesduizend treinreizigers. Op basis daarvan hebben we de problemen in kaart gebracht. We hadden toen bijvoorbeeld ook te maken met kraakpanden in de buurt.”

 

“Het station is architectonisch mooi maar het mag opgekalefaterd worden”

Hoe heeft de politie dat opgelost?

“De politie heeft dat niet in haar eentje opgelost. We zijn op zoek gegaan naar partners om er samen iets aan te doen. In totaal zijn we met een dertigtal mensen aan tafel gaan zitten: de NMBS, de handelaars, de wijkcomités, de sociale verenigingen, de scholen, noem maar op. Samen hebben we een actieplan uitgewerkt om bijvoorbeeld het vuil op te ruimen dat daar rondslenterde. Als er ergens een leeg colablikje in de berm wordt gegooid, liggen er daar ’s anderendaags vijf en een week later misschien een hele berg. Dat ene blikje moet dus snel opgeruimd worden.”

 

Maar het is niet alleen een kwestie van lege blikjes opruimen, natuurlijk. Aan het station kom je geregeld ook daklozen tegen, drugverslaafden, dronken mensen…

“Ook voor dat soort problemen moet er een oplossing gezocht worden. We moeten niet repressief optreden, want dan verplaatst het probleem zich. Maar in Hasselt hebben we bijvoorbeeld café Anoniem in het leven geroepen voor daklozen. Via straathoekwerkers kunnen daklozen er terecht om goedkoop en gezond te eten, maar ook om hun kleren te wassen en te drogen. En met Housing First beschikken we over een tiental huizen om daklozen in onder te brengen.”

 

Stationsgebouw opwaarderen
Is de verloedering van stationsbuurten ook geen oorzaak van dat onveiligheidsgevoel? In de onmiddellijke omgeving van Gent Sint-Pieters is bijvoorbeeld een miljoenenkwartier uitgebouwd, en is er een natuurpark gekomen.

“Eigenaars van leegstaande woningen in de buurt moeten er inderdaad van overtuigd worden om hun panden te verkopen. Het is dan aan bouwondernemers om iets nieuws uit de grond te stampen. En de NMBS zelf moet natuurlijk ook iets doen aan het onderhoud van de gebouwen. In Leuven en in Luik was de modernisering van de stations een zegen. Ik vind dat het station van Sint-Truiden ook architectonisch erg mooi is. Maar misschien moet dat wat opgekalefaterd worden en moet er wat groen komen in de directe omgeving. Toen ik nog korpschef was in Sint-Truiden, heb ik er een kauwgomboom laten planten. Dat lijkt een onnozel detail, maar in plaats van hun kauwgom op straat te gooien, konden de jongelui die kleven aan de kauwgomboom. Nu ja, ik vind wel dat het nieuwe gebouw van Hasp-O een zegen is voor het station van Sint-Truiden. Hierdoor wemelt het van jonge mensen in de buurt.”

 

“Het is een ideale plaats om af te spreken en dat trekt dus allerlei volk aan, ook volk dat daar niet moet zijn”

 

Maar de politie moet dat toch allemaal in de gaten houden, niet? “Bij LRH doen we dat. We gaan vooral proactief te werk, minder repressief. Ik maak me sterk dat we in onze zone voor elk probleem een oplossing hebben. Zo is er bijvoorbeeld één persoon die de 400 cafés in onze regio van dichtbij volgt om na te gaan of de regels worden nageleefd. Er zijn vier personen die hun voelsprieten uitsteken en weten wat er op ons afkomt als er motorbendes Hasselt komen bezoeken. Ons Oliver-team houdt een oogje in het zeil als de solden eraan komen om zakkenrollers te klissen. Met onze camera’s houden we de hele zone voortdurend in het oog, zodat we supersnel kunnen optreden als er iets verdachts wordt opgemerkt. Zo’n aanpak werpt zijn vruchten af. Als het kermis Hasselt is, zitten wij voortdurend te monitoren. Het gevolg is wel dat het, geloof ik, vijf jaar geleden is dat er zich nog een vechtpartij voordeed.”

 

Kortom, mensen voelen zich hierdoor veiliger?

“Inderdaad. Maar er komt heel wat bij kijken. Want veiligheid is nu eenmaal een probleem van heel onze maatschappij.”