“Alle richtingen onder één dak in een eigentijdse school werkt verrijkend”
Hoeveel leerlingen gaan hier naar school?
Ann Ruppol: “Je mag dit gerust een zeer grote school noemen. Momenteel volgen hier 1140 leerlingen onderwijs, een groei van 10%, vooral te danken aan de nieuwbouw.”
Eddy Roosen: “1200 leerlingen is berekend op een bezetting van 100%. We kunnen er dus wel nog meer aan. Maar 1140 kan als opener tellen.”
Ann Ruppol: “Dan moet je weten dat alleen de 2de en 3de graad in de nieuwbouw gevestigd zijn, dus vanaf het derde jaar. De eerste twee jaren, met 430 leerlingen, zijn nog in de Plankstraat.”
Eddy Roosen: “Alles onder één dak was ideaal geweest, maar het was een keuze van de lokale politiek om onderwijs in het centrum te behouden, onder meer omwille van de handel. Intussen wordt de Campus Abdij gerenoveerd en zullen deze 430 leerlingen later verhuizen naar de abdijsite.”
Algemeen, technisch en beroepsonderwijs onder één dak. Het lijkt me revolutionair?
Ann Ruppol: “Nu spreken we over doorstroomfinaliteit, arbeids- marktfinaliteit en dubbele finaliteit: leerlingen maken de keuze om zich voor te bereiden op hoger onderwijs of de arbeidsmarkt of ze houden beide opties open. Daarnaast hebben we ook nog het duaal leren, het vroegere deeltijds onderwijs, en OKAN-klassen.”
Eddy Roosen: “Revolutionair is het misschien niet, we zijn alleszins wel één van de grotere scholen die werken volgens dit concept. Die samenvoeging van scholen en richtingen heeft het grote voordeel dat leerlingen van elkaar leren. Een mooi voorbeeld daarvan is de oprichting van de winkel ‘Chic Boutique’. Onder die vlag werden drie verschillende winkels opgestart, waarin leerlingen zich vrijwillig engageren: de Oxfam-shop met fairtradeproducten, de ‘Give’-shop met gratis (!) schoolmateriaal en de ‘Thrift’-shop, een winkel voor tweedehandskleding. Het is een initiatief van leerkrachten en leerlingen uit verschillende richtingen die daaruit een meerwaarde halen: van onthaal en logistiek, retail, organisatie en sales tot communicatie en media. Ook de leerlingen van de houtafdeling dragen hun steentje bij. Dat werkt onderling zeer versterkend. Ze leren van elkaar.”
“We zien nu veel meer meisjes in de technische richtingen”
Ann Ruppol: “Dat gemengde karakter van onze school gaat nog verder. Voor meisjes was het vroeger een drempel om voor het Technicum te kiezen, want dat was traditioneel, o.m. omwille van het aanbod, een jongensschool. Die drempel is nu weg. We zien nu veel meer meisjes in de technische richtingen.”
Toch geen heimwee naar de oude gebouwen in de Gildestraat en de Plankstraat?
Eddy Roosen: “Mooie tijden beleefd, dat wel, maar we moeten de zaken onder ogen durven zien. Die gebouwen waren niet meer van deze tijd en aanpassingen aan de moderne eisen zouden sowieso een smak geld hebben gekost. Dan kan je beter voor iets nieuws gaan. Nu zijn we helemaal klaar voor de toekomst met up-to-date didactisch materiaal: al onze 100 leslokalen hebben bijvoorbeeld een 86-inch touchscreen en in de technische afdelingen staan in de werkplaatsen machines waar veel private bedrijven jaloers kunnen op zijn.”
“Al onze 100 leslokalen hebben een 86-inch touchscreen”
Ann Ruppol: “Er is infrastructureel ook sprake van een andere opvatting. Zo zijn de lokalen volgens hun vakgebied gegroepeerd en hebben we bijvoorbeeld taalstraten, wiskundestraten en wetenschapsstraten. Dat gaat zo ver dat tussen sommige lokalen flexibele wanden staan. Dit maakt het mogelijk om twee klassen in één beweging samen te voegen en aan co-teaching te doen. Leerkrachten theorie en praktijk kunnen dan bijvoorbeeld samen een grotere klas onder hun hoede nemen.”
Jullie zijn ook letterlijk en figuurlijk een open school?
Ann Ruppol: “Ook volwassenenonderwijs QRIOS maakt gebruik van onze infrastructuur. We mogen ook de sporthal niet vergeten. Met de stad hebben we een overeenkomst bereikt om verenigingen toe te laten. Intussen is de sporthal elke weekdag tussen 17.30 en 22 uur bezet door verenigingen als DAVOST, Femina Habac en KSTBB.”
Eddy Roosen: “De stad regelt eigenlijk alles, van reservatie tot toezicht. En voor de rest loopt de samenwerking als een trein.”
Van treinen gesproken. Hoe zit het met het zo gevreesde ver- keersinfarct?
Eddy Roosen: “Het kan voor en na school wel druk zijn, maar van files, laat staan een infarct, heb ik nog niks gemerkt. Parkings en fietsenstallingen binnen onze school zijn er voldoende, zo blijkt. Wat ik vooral merk is dat er enorm veel leerlingen worden gedropt voor het station waar het wel bijzonder druk kan zijn. Ik kan alleen maar vaststellen dat ouders en leerlingen de geadviseerde aanrijroutes die we voor de start van het schooljaar hebben gecommuniceerd, goed nakomen.”
Wat moet er nog gebeuren?
Eddy Roosen: “Het gebouw kent wat kinderziektes. Die lossen we stap voor stap op. Links voor de school moet de groenaanleg nog gebeuren, de laatste fase van de zogenaamde ‘groene vinger’ vanaf de Volmolen richting station. En we kijken vooral uit naar de nieuwe voetgangers- en fietserstunnel onder het station die recht zal uitgeven op onze school. We rekenen erop dat die er in 2025 komt.”
“We kijken in 2025 uit naar de nieuwe voetgangers- en fietserstunnel onder het station”
Een positief verhaal dus, een verhaal waar we ook even naar wilden peilen bij de politie, de handelaars en de buurt.
Korpschef Steve Provost: “De nieuwe scholencampus bracht uiteraard ook nieuwe verkeerssituaties met zich mee. Om dit alles zo vlot en veilig mogelijk te laten verlopen, werden er vanuit campus Hasp-O Centrum, het lokaal bestuur Sint-Truiden en de lokale politie Sint-Truiden – Gingelom – Nieuwerkerken concrete afspraken gemaakt voor het schooljaar 2023-2024. Na een eerste kennismakingsperiode met de nieuwe omgeving en verkeerssituaties werd er ook al een eerste evaluatie gedaan met de verschillende partners. De verkeerssituatie werd als positief ervaren, maar er zijn ook een aantal verbeterpunten om aan te pakken. Zo wordt er in functie van de verkeersveiligheid een extra zebrapad aangebracht in de Fabriekstraat.”
Ook totaal geen negatieve klanken bij de buurtbewoners. Philippe Sneyers woont al ruim 30 jaar in de Fabriekstraat. “Het kan hier druk zijn, onafgezien van de school, al van ’s morgens zes uur. Dat is nooit anders geweest. Natuurlijk is er nu wel meer passage van jeugd en is het wat drukker een half uur voor en na school. Maar overlast ervaar ik niet. Iedereen is zeer gedisciplineerd.”
Handelaars in de buurt wrijven zich zelfs in de handen.
Timmy Mellaerts van broodjesbar ’t Buffet: “Wij krijgen meer volk over de vloer, soms staan ze hier in een rij aan te schuiven, vooral studenten én leerkrachten. Ze bezorgen ons geen last. Integendeel, ze zorgen voor meer sociale controle in de buurt. Wat populair is bij de studenten? Onder het motto van ‘hoe vettiger, hoe prettiger’ gaan de warme worstenbroodjes maar ook de broodjes boulet vlot over de toonbank.”
Eenzelfde positief verhaal bij Philippe Bronckaerts van Bakkerij Wiame in de Fabriekstraat. “De school heeft ook bij ons voor meer klanten gezorgd. Niet alleen leerkrachten en studenten, ook ouders. Ik heb zelfs de indruk gekregen dat veel ouders niet wisten dat wij hier een bakkerij hebben. Van last geen sprake. De komst van de school is een goede zaak.”
Nelly Luypaert van Frituur Station ervaart de komst van de school ook als een boost voor haar zaak. “Mij hoor je zeker niet klagen. Vroeger hadden we vooral jeugd op woensdagmiddag, nu alle middagen, de hele week. Overlast? Niks van, Zij die hier over de vloer komen, zijn beleefd. Meer nog, ze ruimen alles zelfs ongevraagd op. Dat ze soms met vijf binnenkomen om zich hier wat op te warmen en samen één grote friet te bestellen neem ik er met de glimlach bij.”
“De komst van de school is absoluut een zegen voor de buurt”
Carine Peeters van dagblad ‘Aan de Statie’ zit op dezelfde lijn. “Natuurlijk moet je ze soms wat in het gareel houden, zeker in een winkel als de mijne. Daarom vraag ik om rugzakken buiten te laten en met maximaal vier binnen te komen. Wel, ze luisteren goed en ik merk dat de meesten zich buitengewoon goed gedragen als ze hier snoep en frisdrank komen kopen. Neen, de komst van die school is absoluut een zegen voor de buurt.”