Truineer Nieuws melden?

J(oz)ef Croughs brengt al 42 jaar verslag uit in Haspengouw

Gelezen in ‘Den Truineer’. Van Radio Baccara tot Het Belang van Limburg: J(oz)ef Croughs brengt al 42 jaar verslag uit in Haspengouw en is nog niet zinnens te stoppen. “Het is als een roeping voor mij en ik doe het nog altijd graag”.

Sinds 1981 brengt Jozef Croughs, beter bekend als Jef, verslag uit over alle noemenswaardige gebeur- tenissen in en rond Sint-Truiden. Geen enkel ongeval, evenement of politieke kwestie ontsnapt aan zijn aandacht. Den Truineer nodigde de bekendste regiojournalist van Haspengouw voor een gesprek over zijn lange carrière uit. Als het van hem afhangt, komen daar nog enkele jaren bij. “Ik vind het één van de mooiste beroepen die er zijn. Voor mij is het een roeping en ik doe het nog altijd even graag.”

 

Jozef Croughs werd in 1947 als bakkerszoon in Alken geboren. “Iedereen zegt Jef en ik woon al meer dan vijftig jaar in Sint-Truiden, dan zèèd dzje Truineer”, zet Croughs meteen de puntjes op de i. “Maar het klopt dat ik in Alken ben opgegroeid als bakkerszoon in een gezin met zeven kinderen. Tot mijn 22ste werkte ik ook in de bakkerij. Wij hadden twee of drie bestelwagens om brood uit te leveren en dat was mijn taak. Toen ik begon na te denken over mijn toekomst, heb ik tegen mijn vader gezegd dat het bakkersleven niets voor mij was. Mijn interesses lagen elders.”

“Ik was destijds ook DJ en zo rolde ik in de muziekwereld. Ik werkte onder meer voor een Brusselse platenfirma en in 1971 opende ik met ‘The Music Centre’ mijn eigen platenwinkel op de Grote Markt van Sint-Truiden. Na tien jaar stopte dat verhaal, maar door mijn connecties binnen het wereldje kwam ik bij de lokale radio terecht. In 1981 zag Radio Baccara het levenslicht en dat was de start van mijn journalistieke carrière. Eind jaren negentig vroeg het Belang van Limburg me of ik voor hen wilde werken. Dat doe ik inmiddels toch ook al 24 jaar.”

Radio Baccara was een succesverhaal. Wat maakte de zender precies zo populair?

“Op een gegeven moment waren we de meest beluisterde radiozender van heel Limburg. Onze luistercijfers schommelden tussen de 28.000 en 38.000 per dag. Het programma ‘Recht in de roos’ zal bij de iets oudere Truienaren zeker nog een belletje doen rinkelen. Elke middag deden we zes willekeurige telefoontjes. Wie de telefoon opnam met de zin “Met recht in de roos”, kon meespelen voor een prijs. We hebben bijvoorbeeld vier splinternieuwe Citroëns weggegeven. Meestal werden alle zes telefoons ook opgenomen, om maar aan te geven hoe populair dat programma was. Dat was een ongelofelijke periode. Ik klom ooit zelfs op de zendmast, gewoon om een foto te kunnen maken van ons team dat toen 186 medewerkers telde.

Van de lokale radio naar de grootste krant van Limburg, hoe verklaar je die stap?

“Johnny Put bracht in onze regio verslag voor Het Belang van Limburg uit, maar hij maakte de overstap naar TV Limburg. Ik had natuurlijk connecties bij de nieuwsredactie van het Belang, omdat ik bij Radio Baccara ook al met het nieuws bezig was. Zo zijn ze uiteindelijk bij mij terechtgekomen. Ik vergeet de eerste dag dat ik daar binnen kwam nooit. Ivo Vandekerckhove was toen nog hoofdredacteur en ik zei tegen hem: ik kan het wel goed uitleggen, maar ik heb nog nooit een letter geschreven. Waarop Ivo antwoordde: dat is niet belangrijk, we hebben hier genoeg mensen die kunnen schrijven. Het enige wat jij moet doen, is nieuws aanbrengen en vooral checken en dubbelchecken. Fantastisch vond ik dat. In de hedendaagse journalistiek is daar geen plaats meer voor. Het kan allemaal niet snel genoeg meer gaan.”

 

“Sinds juni 1999 bewaar ik alle artikels die ik ooit schreef.

Eigenlijk hoort die collectie thuis in een museum”

 

Je verzamelt intussen al 42 jaar nieuws. Welke momenten zullen je altijd bijblijven?

“Sinds juni 1999 bewaar ik alle artikels die ik ooit schreef. Geen idee hoeveel het er zijn, maar eigenlijk hoort die collectie thuis in een museum. Eén van de opdrachten was vooral verkeersongevallen en branden 24/24 uur. Daar zaten vanzelfsprekend heel wat treurige situaties bij. Ik heb ontzettend veel ongevallen van dichtbij meegemaakt. Niet evident, maar na verloop van tijd leer je daar beter mee omgaan. Toch zijn er ook situaties die nooit wennen. Zo maakte ik een auto-ongeluk mee waarbij een jonge moeder het leven liet, terwijl een van haar jonge kindjes op de achterbank bleef vragen waar mama was. Dat laat je natuurlijk niet los. Gelukkig maakte ik ook onnoemelijk veel mooie momenten mee. Ik heb door de jaren heen fantastische foto’s en opnames gemaakt en die ben ik nu volop aan het digitaliseren.”

 

 

Niemand heeft de evolutie van Sint-Truiden van dichterbij meegemaakt dan jij. Wat is jou vooral opgevallen?

“In mijn ogen heeft Sint-Truiden heel lang stilgezeten. Zonder politieke uitspraken te willen doen, stel ik vast dat er de laatste jaren wel veel is veranderd. We hebben een nieuwe sporthal, een nieuw zwembad, noem maar op. Ook het stadscentrum onderging een grondige metamorfose, denk maar aan de terrassen en de Groenmarkt. We hebben een mooie stad gekregen. Ik vind het jammer dat er desondanks pure oppositiepraat in de media wordt uitgesmeerd. Bij mij gaat het om de feiten. Als journalist hoor je een deontologische code te respecteren, maar dat gebeurt niet altijd. Voor mij gaan nog altijd alle deuren open en daar ben ik best trots op.”

Bijna iedereen in Sint-Truiden en omstreken kent jou. Hoe is het om een publiek figuur te zijn?

“Ik ben geen zanger of vedette maar ik kan inderdaad nergens komen, zonder dat mijn vrouw het weet. Ik ben ook actief op de sociale media, daar kan je tegenwoordig immers niet meer zonder. Iedereen kent mij en ik word overal aangesproken. Je leert daarmee leven en het heeft ook zo zijn voordelen. Het nieuws komt vaak naar mij toe, omdat ik de eerste ben aan wie de mensen denken wanneer er iets noemenswaardigs gebeurt. Dat netwerk is van onschatbare waarde en net daarom belt de redactie mij zo vaak op voor tips of contactpersonen.”

Je wordt dit jaar 76. Staat er een houdbaarheidsdatum op Jef Croughs?

“Ik heb wat last van mijn knie, maar dat houdt me niet tegen om verder te gaan. Ik vind het een van de mooiste beroepen die er zijn. Je ontmoet veel mensen en hoort interessante verhalen. Voor mij is het een roeping en ik doe het nog altijd graag. Al denk ik tegenwoordig ook wel twee keer na voor ik ergens naartoe rij. Ik grijp sneller naar de telefoon om me vooraf goed te informeren. Het gebeurt wel vaker dat je voor niets ergens heen gestuurd wordt. Ik ben dus wat selectiever in wat ik nog doe. Ik blijf waarschijnlijk ook niet meer tot mijn tachtigste rondcrossen, maar ik ben er zeker van dat mijn netwerk mij ver van het zwarte gat zal houden”, besluit Croughs.