Wat een gewone burger zag
Jacky Kiggen was één van de vrijwilligers die afgelopen weekend deelnam aan de jaarlijkse zwerfvuilactie. “Wat ik zag? Overvolle vuilbakken ! En daarnaast ook onnoemelijk veel sigarettenpeuken, heel moeilijk op te rapen. Waarom geen verplichting opleggen aan rokers om altijd een metalen doosje bij te hebben om de peuken in te bewaren tot thuis? Waarom zouden sigarettenproducenten deze doosjes niet ter beschikking kunnen stellen van hun rokers?
Remember ‘Sint-Truiden Peukvrij’
We gaan terug naar de eeuwwisseling. Als het toen aan de jonge burgemeester Ludwig Vandenhove had gelegen, zou Sint-Truiden de eerste peukvrije stad geworden zijn. ” In 2001 heb ik samen met de inmiddels overleden reclameman Wim Schamp al een campagne georganiseerd in Sint-Truiden rond de specifieke problematiek van de sigarettenpeuken. ‘Sint-Truiden peukvrij’ was toen een campagne, die heel wat aandacht kreeg in heel Vlaanderen.” (Bron: website LVDH)
Probleem groter dan ooit
Maar wat zien we? Vandaag is het peukenprobleem groter dan ooit. Het is zelfs nooit weggeweest. Velen doen de hele kwestie af als ‘over het paard getild’. Maar toch…
1. Sigarettenpeuken vormen de helft van al het zwerfvuil
Uit een onderzoek van OVAM, de Openbare Vlaamse Afvalstoffen Maatschappij, bestaat 49% van het aantal ingezamelde stuks zwerfvuil uit sigarettenpeuken. In gewicht spreken we natuurlijk over minder dan de helft, maar zelfs dan blijft de impact groter dan je je kan voorstellen. Met 3,4 g filtergewicht per pakje sigaretten, spreken we over naar schatting 845.000 ton peuken dat jaarlijks wereldwijd in de wijde natuur terechtkomt. Een lastige bijkomstigheid: dit kleine type zwerfvuil glipt vaak door de mazen van het net en blijft voor meer dan 60% liggen, ook na een intensieve opruimactie.
Sigarettenfilters zijn allesbehalve biologisch afbreekbaar. Ze bestaan uit acrylacetaat, een kunststof die erg traag afbreekt. Pas na 10 tot 15 jaar schiet er schijnbaar niks meer van over, maar er zit een addertje onder het gras. Want het plastic is niet echt ‘vergaan’, het is afgebroken tot microplastics. Je kan het dus niet meer zien, maar het richt nog steeds schade aan, zowel aan fauna als aan flora en zelfs aan het grondwater. Met alle gevolgen vandien.