De Drie Gezusters is één van die dorpscafés, bruine kroegen zeg maar, waarvan er nog veel te weinig bestaan. Binnen lijkt de tijd te hebben stil gestaan. Al is dat niet helemaal zo, natuurlijk. Want tv en airco hebben intussen hun intrede gedaan. “Tu, tu…. We hebben door de jaren heus wel gemoderniseerd”, tikt Mariette me meteen vriendelijk op de vingers. “1933, toen mijn mama Martha Lemaire het café opende, was dit hier nog een lemen huis. Ik dacht niet dat je dat van de huidige zaak kunt zeggen. Dit pand dateert van de jaren ’60. Toen hebben we ook de toog vervangen. Maar het klopt, verder is alles intact gebleven. Alleen de patron is vijf jaar geleden vervangen. Nu is Jean-Pierre aan zet.”
Mariette: “ik mis de mensen”
Mariette krijgt meteen de krop in de keel. Want afscheid nemen van het café viel en voelt zwaar, ook al woont ze vlakbij, in een aangrenzende wooneenheid. “Weet je, dit café is mijn leven en mijn trots, nog altijd. Toen ik 12 was, hielp ik hier al mee. Dat was zo in die tijd. Ja, het is intussen vijf jaar geleden dat ik het café overgaf. Maar het deed toen en doet nu nog altijd pijn. Ik kan niet zonder de mensen, weet je. Hier vanuit mijn zetel achter het raam naar buiten turen is een deel van mijn leven. Zo kan ik nog zien wie over de vloer komt. Veel oude klanten nog, wat mij plezier doet. Maar ook veel nieuwe, het bewijs dat Jean-Pierre het super doet.”
Corona verpestte de pret trouwens ook deels voor Mariette. “Klopt, voor die miserie begon ging ik op zondagochtenden nog kaarten. Maar nu durf ik dat niet meer, natuurlijk. En dus moet ik het zonder stellen. Goed is dat ik door de muren nog wat van dat leven in het café kan oppikken. Zelfs dat kleine beetje is voor mij een houvast. Daar monter ik van op.”
“Bussen met bedevaarders”
Mariette kan net zoals vroeger nog altijd rekenen op de hulp en bezoek van haar dochter Magda, die tegenover woont. Velen herinneren zich nog de tijd dat Magda en Fleury (Benaets), intussen overleden, hun mama in het café kwamen helpen op hoogdagen, bij de kermis en als het koers was. “Ik herinner me dat er mensen waren die dachten dat de naam van ons café, de drie gezusters, met ons te maken had”, lacht Mariette. “Maar de naam van het café had niks met mij en mijn twee fantastische dochters te maken. Wel met de heilige Bertilia, Eutropia, Genoveva, waarvan de eerste hier in Brustem en de twee anderen respectievelijk in Rijkel en Zepperen worden vereerd. Ik herinner me trouwens de bussen met bedevaarders die hier passeerden en bij ons, in zaal Palace, vervolgens een koffie kwamen drinken. Hoogtijden waren dat. Maar ook die zijn voorbij.”
“Jean-Pierre doet het perfect”
Hoe dan ook, wat voorbij is, is voorbij. Toch is café De Drie Gezusters nog altijd de place-to-be, een plaats ook waar verenigingen en iedereen die graag een Stella, Cristal of wat dan ook drinkt, zich thuis voelen. À propos. Toen Jean-Pierre Loix overnam, heeft hij het assortiment serieus uitgebreid. Mariette geeft dat ook graag toe. “Toen ik van plan was te stoppen, zijn we onmiddellijk op zoek gegaan naar iemand die het café wou huren. Maakte niet uit wie, als hij of zij het maar goed voor had en het met hart en ziel van ons wou overnemen. Dat we met Jean-Pierre iemand vonden die we kenden en die uit het goede hout gesneden is en bovendien uit Brustem komt, was en is een zegen. Die jongen doet het perfect. Dat zie ik aan hoeveel volk over de vloer komt. Oude klanten zijn niet weggebleven. En er komen een pak nieuwe over de vloer, uit heel Sint-Truiden en omgeving. Dat zegt genoeg, niet?”.
Jean-Pierre Loix: “een echt dorps- en sportcafé”
Laat ons wel wezen. Veel dorpen hebben niet eens een café meer. En zonder café, inderdaad, bloedt een dorp een beetje dood. Gelukkig zijn er nog mensen als Jean-Pierre die het risico willen nemen. “Na jaren in de bouw rook ik hier mijn kans”, aldus Jean-Pierre. “Veel is er eigenlijk niet veranderd. Vroeger stond ik hier vaak achter de toog. Nu sta ik er voor (lacht). De Die Gezusters hebben mij altijd na aan het hart gelegen. Ik wil gewoon de typische sfeer van het dorpscafé behouden en leg met twee tv’s ook wat accenten inzake sportcafé. Een café waar mensen van 16 tot -zeg het zelf maar- verhalen vertellen roddelen, een kaartje leggen, een pintje drinken, naar het voetbal of de koers komen kijken, discussiëren, noem maar op. Een café ook waar iedereen iedereen kent. Om het verenigingsleven niet te vergeten, verenigingen waar Mariette ook serieus op inzette. Er zijn er door de tijd wat verdwenen -ik denk dan onder meer aan duivenmaatschappij De Eendracht- vandaag zijn wielerclub Sport & Steun en onze wielertoeristen hier thuis. Mijn klanten zijn mijn leven en mijn toekomst. 16 november heb ik het café trouwens vijf jaar. Een eerste lustrum dus. Ik wil iets speciaal doen, maar dan moet het coronaprobleem wel eerst van de baan zijn. Laat ons duimen voor de Drie Gezusters, de hele horecasector en eigenlijk voor ons allemaal.”
REPO EN FOTO: Filip KEVERS